Werkgroep Zorg 2025 Jonge zorgverleners

Aan: ...
Lid van de Eerste Kamer der Staten-­‐Generaal

Utrecht, 27-­‐08-­‐2014

Betreft: Wijziging artikel 13 bedreigt de kwaliteit van zorg Geachte..,


page1image18432Als Werkgroep Zorg 2025 -­‐ een samenwerking van artsen in opleiding tot medisch specialist en jonge apothekers met vertegenwoordiging vanuit de besturen van De Jonge Specialist, LOVAH, VASON, LOSGIO, VAAVG, VJA en VAZA -­‐ willen wij aan u onze zorgen uiten over de voorgestelde wijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet, welke op korte termijn in de Eerste Kamer zal worden behandeld.
Wij ondersteunen de bezwaren die u al heeft ontvangen vanuit andere maatschappelijke organisaties. Daarnaast willen wij benadrukken dat de wijziging van artikel 13 tevens een bedreiging vormt voor het behoud van onze hoge kwaliteit van zorg.
In oktober 2013 werd ‘Coach, Cure & Care 2025’ -­‐ onze gezamenlijke toekomstvisie op het toekomstige zorglandschap in Nederland -­‐ met lovende woorden in ontvangst genomen door minister Schippers. Een belangrijke voorwaarde voor het behoud van de goede zorg in Nederland is volgens ons dat patiënten, zorgverleners en beleidsmakers hiervoor gezamenlijk verantwoordelijk zijn. De verantwoordelijkheid van zorgverleners houdt in dat zij een patiënt ondersteunen bij zijn zorgtraject, als aanvulling op de verantwoordelijkheid die de patiënt zelf heeft voor zijn eigen gezondheid. Dit kunnen zorgverleners alleen goed doen door intensief met elkaar samen te werken, waarbij nieuwe innovatieve middelen kunnen worden ingezet. Momenteel zijn wij als Werkgroep bezig met de verdere uitwerking van ons visiedocument en schetsen wij de randvoorwaarden die nodig zijn om deze coachende rol voor zorgverleners te kunnen bewerkstelligen. In de bijlage zetten wij uiteen op welke 5 uitgangspunten de wijziging van artikel 13 voor ons een bedreiging vormt om onze toekomstvisie op de zorg in Nederland daadwerkelijk gestalte te kunnen gaan geven in 2025.
Wij roepen u op om uw verantwoordelijkheid te nemen als lid van de Eerste Kamer om de zorg in Nederland zowel hoogstaand, toegankelijk als betaalbaar te houden, waarbij de kwaliteit van patiëntenzorg centraal kan blijven staan.


Met vriendelijke groet,
Namens de Werkgroep Zorg 2025

Lotje Vernooy, huisarts
Suzanne Witjes, orthopedisch chirurg i.o.


page1image18712
Bijlage: Bedreigingen kwaliteit van zorg door wijzigingen van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet
page2image1424
1. Het ondermijnt de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt.
De mate van participatie van de patiënt in het zorgproces wordt juist verlaagd als deze ophoudt na het kiezen voor een zorgverzekeringspolis dan wanneer de patiënt ook verantwoordelijk blijft voor de keuze van zijn zorgverlener(s). De patiënt die voor een naturapolis heeft gekozen kan worden gedwongen een arts-­‐patiëntrelatie aan te gaan met een zorgverlener waarin hij een minder groot vertrouwen heeft. Hierdoor neemt de therapietrouw af, wat meer behandelingen en hogere kosten tot gevolg heeft. Het is daarom niet verwonderlijk dat uit onderzoek is gebleken dat als de patiënt invloed heeft op de keuze voor zijn zorgverlener dit 8-­‐21% in de zorgkosten kan besparen (Health Aff February 2013 32: 216-­‐222).
2. Het belemmert de zorgverleners in hun coachende rol voor de patiënt.
Als de zorgverzekeraar bepaalt naar welke specialisten de patiënt kan gaan worden ook zorgverleners belemmerd in hun ondersteuning van de patiënt bij noodzakelijke verwijzing. Uit onderzoek blijkt dat patiënten in hun keuze voor een zorgverlener in 75% van de gevallen het advies van de huisarts volgen en slechts in 40% van de gevallen kwaliteitsinformatie meewegen (kennissynthese, NIVEL 2013). 48% van de patiënten heeft onvoldoende kennis, motivatie en zelfvertrouwen om een actieve rol te vervullen ten aanzien van zijn ziekte en zorg en 40% van de chronisch zieken heeft behoefte aan gerichte hulp en ondersteuning daarin. Een coachende rol van de zorgverlener is dus essentieel. Bovendien kan de huisarts door zijn vaak jarenlange samenwerking met zorgverleners in de nabijgelegen ziekenhuizen meestal wel goed inschatten bij welke zorgverleners zijn patiënt het beste op zijn plek is. Het zou zonde zijn om deze expertise met het badwater weg te gooien, zeker zolang de kwaliteiten van zorgprofessionals nog niet volledige meetbaar en inzichtelijk zijn. Dit te meer omdat blijkt dat momenteel zorgverzekeraars kwaliteit, innovatie en service nog nauwelijks bij de zorginkoop laten meewegen (Monitor Zorginkoop NZa 2014).
3. Er is minder ruimte voor samenwerkingsprojecten tussen zorgverleners onderling.
Zorgpaden, bedoeld om substitutie te bevorderen en met multidisciplinaire samenwerking als basis, dreigen een doodlopende weg te worden wanneer een deel van de zorgverzekeraars (onderdelen van) deze zorgpaden niet contracteert. Zo zullen een specialist en een huisarts niet snel meer een periodiek gezamenlijk spreekuur draaien als dit slechts wordt vergoed voor een deel van de patiënten waarvoor dit van meerwaarde kan zijn.
4. Innovatie en toetreding van nieuwe zorgaanbieders op de markt wordt bemoeilijkt.
De innovatie die nodig is om op termijn efficiëntie en kwaliteit verder te verhogen valt stil, omdat zorgverleners gedwongen worden om een scherpe prijs te hanteren. Initieel duurdere zorg -­‐die innovatie met zich meebrengt-­‐ is dan niet te financieren. Nieuwe toetreders worden verminderd tot de markt toegelaten, omdat zij zich nog niet hebben kunnen bewijzen. Hoewel de gehele Tweede Kamer heeft gestemd voor het openbaar maken van informatie van de zorgverzekeraars over de wijze waarop zij bij de zorginkoop ruimte bieden aan nieuwe innovatieve toetreders in de markt van zorgaanbieders, zijn er aan dit besluit geen gevolgen verbonden als zij die ruimte onvoldoende bieden.

5. Er gaat kostbare tijd en geld verloren.
Tenslotte vormt het besluit een belasting op de tijd die de zorgverlener en patiënt samen kunnen besteden en vrezen ook zorgverzekeraars voor toename van de regeldruk met een stijging van de kosten tot gevolg. Men spreekt al over ‘voorlichtingsconsulten’ over de keuze voor een zorgverzekering door de huisarts. Als dit een rol wordt van een huisarts dan gaat dit ten koste van tijd voor het primaire zorgproces, dat kan toch niet de bedoeling zijn? 

Teller reacties naar 2eKamercie VWS

24/02/2013 71